Je kent het vast wel, beestjes in het meel voor de boilies, of geknaag in de tijgernoten
of andere particles. Het beestje wat hier verantwoordelijk voor is, is de larve van de
meelmot. Bewaar je melen en particles dan ook altijd in afgesloten emmers om besmetting
te voorkomen.
Onderstaand artikel legt het e.e.a. uit over deze kwelgeesten.
Algemeen
De meelmot komt in de gehele wereld voor. Meelmotten leven van en leggen hun eitjes in meel, zemelen, havermout,
enz.(In tijgernoten komen ze ook vaak voor) Ze komen dan ook veel voor in meelfabrieken. Een volwassen meelmot
is ongeveer 1 cm lang en de spanwijdte van de vleugels is 20 mm tot 28mm. De kleur van de voorvleugels grijs tot zwartgrijs, achtervleugels geelwit.
Ontwikkeling
Meelmotten hebben een volkomen gedaanteverwisseling (metamorfose).Dat wil zeggen dat er 4 levensstadia zijn. Ei, larve, pop en imago (volwassen insekt). Het wijfje legt tussen 600 en 700 eitjes los in meel. Bij een temperatuur van ongeveer 20 C° duurt het ca.3 maanden van ei tot volwassen insekt. Het eistadium duurt bij 20 C° 11 dagen, larvestadium 56 -70 popstadium 17-20 dagen. Het volwassen insekt wordt ongeveer 2 weken oud. Beneden 13 C°
staat de ontwikkeling vrijwel stil. In warme gebouwen komen meerdere generaties per jaar voor.
Leefwijze
De eitjes worden los in meel, zemelen, havermout e.d. gelegd. Alleen de uit de eitjes komende larven voeden
zich met de hiervoor genoemde producten. De volwassen motten tasten niets aan!! De volgroeide larven verlaten
soms de voedselbron en maken spinsels. Daarna verpoppen ze zich en komen de volwassen insekten uit de poppen.
Schade
De schade die veroorzaakt wordt door de meelmot bestaat uit:
materiaalverlies door aantasting van (boilie)meel, meelprodukten, cacao, chocolade, gedroogde groenten en
vruchten, (tijger)noten en andere plantaardige producten.
verontreiniging van genoemde producten met uitwerpselen en spinsels. Aangetast meel wordt grijsbruin en
krijgt een onaangename geur.
Wering
Om overlast van meelmotten te voorkomen dient men de temperatuur in opslagruimten beneden
13 C° te houden en een lage luchtvochtigheid (40tot 60%) te handhaven.
Bewaar voedingsmiddelen in goed afsluitbare bussen en voorkom langdurige opslag.
Aangetaste voorraden dienen opgeruimd te worden en leeggekomen ruimten goed schoongemaakt.
Bestrijding:
Bestrijdingen kunnen worden uitgevoerd door behandeling van oppervlakken en naden en kieren met een residueel werkend middel of door een ruimtebehandeling door middel van nevelen of gassen.